uitslaan

uitslaan
{{uitslaan}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[van zich af slaan] étendre
[door slaan uitdrijven] faire sortir (par des coups)
[zuiveren; door slaan verwijderen] secouer〈met werktuig〉battre
[uitvouwen] déplier
[uiten] débiter
voorbeelden:
1   de armen uitslaan étendre les bras
     flink de benen uitslaan bien allonger les jambes
2   iemand een tand uitslaan casser une dent à qn.
3   sla uitslaan essorer la salade
     het stof uitslaan secouer la poussière
     een stofdoek uitslaan secouer un chiffon
5   onzin uitslaan débiter des absurdités
¶   een bal uitslaan 〈buiten de lijnen slaan〉 faire sortir la balle
     een deuk uitslaan redresser une tôle cabossée
     z'n service uitslaan manquer son service
→ {{link=vleugel}}vleugel{{/link}}
II 〈onovergankelijk werkwoord〉
[naar buiten komen] jaillir
[bedekt worden met vocht] suinter
[bedekt worden met schimmel] moisir
[m.b.t. wijzers] dévier
voorbeelden:
1   een uitslaande brand un incendie violent
     de vlammen slaan uit les flammes jaillissent
2   de muren slaan uit les murs suintent
3   dat boek is groen uitgeslagen ce livre est couvert d'une couche de moisissure

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Regardez d'autres dictionnaires:

  • Liste falscher Freunde — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… …   Deutsch Wikipedia

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”